Henk Vermeyden (1908-1988) was jarenlang het gezicht van de Nederlandse goochelkunst en hij speelde een belangrijke rol bij de oprichting van de NMU en de FISM. Zo belangrijk, dat Jan Paaymans hem ooit in een interview in Hocus de godfather van de goochelkunst noemde.
Hij had al heel jong belangstelling voor goochelen. Hij zat op de HBS en zag daar een goochelaar die de rector had uitgenodigd. Maar hij vond dat de goochelaar geen klasse uitstraalde. Ongepoetste schoenen, te korte pantalon en materiaal wat er niet uitzag. Daar had Henk toen al oog voor.
Hij kwam uit een grote familie en had een zwager die directeur was van een bank waar hij stage mocht lopen. Tussendoor bezocht hij regelmatig een variététheater waar Larette optrad. Die had in de jaren 30 hetzelfde imago als Fred Kaps in de jaren 50/60. Larette was een gentleman, perfect gekleed, goede manieren. Hij heeft hem in de kleedkamer opgezocht en mocht een trucje doen, maar dat deed hij helemaal verkeerd. Larette vertelde hem dat het ook om de presentatie ging en niet alleen om het trucje.
Veel steun van Larette
Vermeyden zou worden uitgezonden naar New York. Maar daar had hij helemaal geen zin in. Hij is toen naar de directeur gestapt en zei dat doe ik niet. De familie vond het verschrikkelijk en hij was het zwarte schaap van de familie. Larette en zijn vrouw vingen hem op. Larette was doof aan één oor en had moeite om de telefoon aan te nemen. Hij vond het geweldig dat Vermeyden secretaris bij hem wilde worden.
Maar in 1941 vertelde hij Larette dat hij zelf een goochelstudio wilde beginnen. Larette begreep dat want hij kon het, door zijn afkomst, in de oorlog zelf niet meer doen. Vermeyden vestigde zich op de Keizersgracht 484 in Amsterdam en verhuisde in 1965 naar de Kloveniersburgwal 116. Hij begon al snel met het uitgeven van het eerste Nederlandse vakblad voor de goochelkunst samen met Louis Lam. Het blad heette eerst “De Toverlantaarn”. Maar Vermeyden dacht internationaal en veranderde daarom al snel de naam in Triks. Na het verschijnen van het laatste nummer van de tweede jaargang -maart 1943- kreeg Triks een verschijningsverbod opgelegd. De derde jaargang startte in oktober 1945. In 1952 veranderde Vermeyden de ondertitel van het vaktijdschrift; “Maandblad” werd “Vakblad”.
Henk Vermeyden inspecteert een truc (bron website Fred Kaps Ring)
Het eerste nationale congres dankzij Henk Vermeyden
De goochelwereld kende in die jaren vele nationale – en internationale kampioenschappen en congressen. Triks deed daarvan nauwkeurig verslag. Door al die verslagen is er veel bewaard gebleven wat er in die tijd gebeurde op het gebied van goochelen. Het laatste nummer van Triks verscheen in 1974.
In Triks stonden verslagen, maar ook beschrijvingen van trucs. Maar in de tijd dat Triks verscheen, was copyright nog geen hot topic. Voor de beschrijvingen van trucs werd er in allerlei goochelboeken en bladen gezocht. Voor de publicatie werd er dan vaak nog iets veranderd aan de trucs. Doeken werden bijvoorbeeld linten.
Een maand na het verschijnen van het het eerste nummer van Triks kwam Henk Vermeyden op het idee om een Nationaal Congres te houden. En zo organiseerde hij in september 1941 in de Hollandse schouwburg in Amsterdam het eerste succesvolle Nationale congres. Daarna gooide de bezetter roet in het eten.
In 1946 organiseerde hij samen met de broer van Louis Lam het eerste internationale Trikscongres in Krasnapolski, Amsterdam. Er volgden meer internationale congressen in Parijs 1947 en in Lausanne 1948 en daar werd het initiatief omgezet in de FISM. Henk Vermeyden werd van de FISM de Permanente Secretaris tot 1979. In 1951 werd hij bij de oprichting van de NMU voorzitter en bleef dat tot 1975.
Congressen waarbij Henk Vermeyden in zijn beginperiode een belangrijke rol speelde waren:
Vierde wereldcongres 1949 in Amsterdam. Grand Prix: Viggo Jahn, Denemarken.
Wereldkampioenschappen 1950 Barcelona. Fred Kaps met de naam Mystica eerste keer wereldkampioen.
Bekijk hier het filmpje.
Fism Amsterdam 1955, Fred Kaps tweede keer wereldkampioen.
Goochelstudio Triks, de ontmoetingsplaats voor goochelaars
Henk Vermeyden werd in de goochelwereld een belangrijke speler met veel invloed en zijn goochelstudio Triks werd het internationale ontmoetingscentrum van bekende goochelaars. Maar hij leidde in de Triks studio ook veel goochelaars op tot professionele goochelaars. Hij beschouwde nationale en internationale wedstrijden als een examen, waarbij je slaagde als je een prijs won.
Goochelstudio Triks aan de Kloveniersburgwal in Amsterdam
Fred Kaps was één van de eerste goochelaars, die hij begeleidde en niet zonder succes. Kaps werd maar liefst drie keer wereldkampioen. Fred Kaps heette Mystica, maar Vermeyden vond dat geen internationale naam en toen hebben ze samen de naam Fred Kaps bedacht.
Henk Vermeyden en Fred kaps hebben de goochelkunst niveau en klasse gegeven. Vermeyden zag ook goed wie talent had. Hij nodigde die goochelaars dan uit voor een bezoek aan studio Triks. Tel Smid, Ted Lion en Ger Copper zijn daar voorbeelden van.
Ook reisde Henk Vermeyden vaak naar de USA en bracht dan nieuwe effecten mee die hij daar op congressen had gezien. Voor Fred Kaps nam hij de verschijnende wandelstokken mee, die onderdeel werden voor één van zijn acts waar hij wereldkampioen mee is geworden. Hij bedacht voor Al en Valery Preston een act met goudviskommen en voor Cornel en Monique met zijden doeken. Dat waren prijswinnende FISM acts. Voor Ger Copper bedacht hij een nummer met kaarsen met als climax de verschijning van vier massieve kandelaars. In de Triks studio is ook het eerste illusienummer van Siegfried & Roy bedacht.
Henk Vermeyden, dé coach van vele talenten
Henk Vermeyden zat ook vaak in de jury bij goochelwedstrijden en dan heb je toch belangenverstrengeling. In 1965 leidde dit er zelfs toe dat Harry Thiery zich had opgegeven voor de Nederlandse goochelkampioenschappen onder de naam Di Sato en niemand mocht weten wie dat was. En niet zonder succes. Hij werd Nederlands kampioen en later in Baden Baden wereldkampioen.
Maar ook jonge goochelaars wisten de weg te vinden naar de Triks studio. Hans Kazàn en Ronald Moray zijn daar bekende voorbeelden van.
Hans Kazàn vertelde aan zijn vader op dertienjarige leeftijd, dat hij goochelaar wilde worden en zijn vader wilde dat hij het vak goed moest leren en vroeg wie de beste goochelaar was. Dat was volgens Hans Fred Kaps en zijn vader belde vervolgens Henk Vermeyden op en die zag het wel zitten in Hans.
Hans kwam ook bij Vermeyden thuis. De Oostenrijkse kapper Karl Praschl en zijn zus woonden bij Vermeyden in. Hans bezocht vaak de Triks studio en de hele bibliotheek stond dan tot zijn beschikking.
In 1973 deed Hans mee met de wereldkampioenschappen in Parijs met een door Vermeyden bedacht nummer. In zijn nummer maakte hij gebruik van een kist, die gemaakt was door timmerman Bastiaans, die voor Vermeyden werkte. In de kist zat een kind verborgen die allerlei geheimzinnige handelingen verrichtte, waardoor de meest wonderlijke zaken gebeurden.
Door het winnen van de derde prijs werd Hans uitgenodigd op buitenlandse congressen. Maar Vermeyden vond dat Hans daar nog niet aan toe was. Maar Hans had ook een eigen willetje en ging toch tegen de zin van Vermeyden. Dit was het begin van het einde van hun samenwerking.
Roland Moray bewandelde dezelfde weg als Hans Kazàn. Hij nam ook les op advies van Hans Kazàn bij Henk Vermeyden. Het klikte goed. Vermeyden was voor hem ook een goede leermeester. In 1988 deed hij met dezelfde kist mee met wereldkampioenschappen waarmee Hans in 1973 de derde prijs won. Die kist had Ronald gekregen van Hans. En de deelname was ook weer niet zonder succes. Ik zag op het wereldcongres in Den Haag in 1988 dat Ronald de derde prijs won. Dat was mooi om mee te maken.
De nalatenschap van Henk Vermeyden kwam in handen van Ronald Moray en Peter Vogel. Daartussen zaten ook de attributen van de illusionist Kalanag. Met de voorspellingskist hebben Ronald & Peter uitslagen van het WK voetbal op tv voorspeld.
Het gaat niet alleen om de truc
Zelf heb ik studio Triks maar één keer bezocht. Maar was wel lid van het vakblad Triks en bleef daardoor op de hoogte van het goochelgebeuren in Nederland. In mijn boekenkast staan de dertig jaargangen netjes ingebonden als naslagwerk. Ook heb ik veel goochelaars ontmoet, die les hebben gehad van Henk Vermeyden. Henk Arnoldus en Manro Potman vertelden mij enthousiast, dat ze van Henk Vermeyden geleerd hadden wat bij goochelen belangrijk was. Kleding, muziek, houding, bewegen, apparatuur en spreken waren net zo belangrijk als de truc.
Henk Vermeyden was zelf geen goede goochelaar, maar wist wel wat goed goochelen was en kon dat ook overbrengen. Goochelaars met veel talent spiegelden zich aan de goochelaars uit de stal van Vermeyden en dit was voor hen ook een enorme motivatie om net zo goed te worden. Tonny van Dommelen, Harry Thiery en Richard Ross zijn daar door hun eigen inzet en talent zeker in geslaagd met als bekroning een wereldkampioenschap.
In de jaren ‘50 bezocht Vermeyden clubs in binnen en buitenland met zijn lezing “Met oog en oor” en hij werd erelid van vele goochelclubs. Hij speelde in op de nieuwste ontwikkelingen. Hij was coach, verslaggever van het vakblad Triks, studio-eigenaar, congresorganisator, jurylid, impressario en had een feilloos gevoel voor het bezetten van sleutelposities.
Henk Vermeyden heeft de goochelkunst in Nederland tot grote hoogte gebracht en heeft Nederland in de internationale goochelwereld een plaats van grote betekenis gegeven.
Minze Dijksma